12 maart 2025
Luchtvaartbeleid op basis van op feiten gebaseerd debat
Bereikbaarheid
“Goed beleid komt tot stand op basis van een zorgvuldig en objectief debat. Niet op basis van de wensen van hen die het hardst roepen.”
Als VVD Zuid-Holland koesteren wij Rotterdam The Hague Airport. Onze internationale luchthaven verbindt niet alleen onze provincie en omstreken met de rest van de wereld, maar is een cruciale schakel in de regionale economie. De luchthaven biedt duizenden directe en indirecte banen en maakt onze regio aantrekkelijk voor bedrijven om zich te vestigen. De VVD ziet bovendien dat men fors investeert in schone en stillere luchtvaart en wil dat deze ontwikkelingen worden erkend. Beleid omtrent de luchthaven, en de luchtvaart in breder verband, moet wat ons betreft op evenwichtige en objectieve basis tot stand komen.
Onevenwichtigheid in klachten
Regelmatig is in de media te lezen dat er discussie bestaat over geluidshinder en de wijze waarop men dit registreert. Recent onderzoek van de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) heeft laten zien dat een relatief zeer klein aantal huishoudens verantwoordelijk is voor meer dan de helft van de klachten. Woordvoerder luchtvaart en mobiliteit René van Hemert: “Uiteraard dienen klachten gehoord te worden, maar het kan niet zo zijn dat beleid wordt gevormd op basis van degenen die het vaakst klagen. Dat is niet objectief.”
Voer eerlijk debat
Dit komt niet overeen met de visie die de VVD heeft op een eerlijk en objectief debat. Daarom stelden Jeroen van Dijken en René van Hemert schriftelijke vragen aan het College van Gedeputeerde Staten. René van Hemert: “Wij willen weten welke stappen worden ondernomen om te garanderen dat het beleid op basis van feiten tot stand komt. Zodat inwoners en bedrijven op degelijk beleid kunnen rekenen.”
Lees hier onze schriftelijke vragen:
1. Hoe beoordeelt het college de bijdrage van RTHA aan de regionale economie en werkgelegenheid?
2. Welke stappen onderneemt het college om de innovaties en verduurzamingsinitiatieven van RTHA te ondersteunen?
3. Welke acties onderneemt het college om de positie van RTHA als essentieel onderdeel van de regionale infrastructuur te versterken?
4. Hoe beoordeelt het college het effect van het uitwijken van Nederlandse reizigers naar buitenlandse luchthavens op de regionale economie en het milieu?
Naast het economische belang van RTHA is er een terugkerende discussie over geluidshinder en de manier waarop deze wordt geregistreerd. Uit het recent gepubliceerde jaarrapport van de DCMR blijkt dat een in verhouding zeer klein aantal huishoudens verantwoordelijk is voor meer dan de helft van de klachten. Dit roept vragen op over de representativiteit van de klachtenregistratie en de betrouwbaarheid van de gegevens die als basis dienen voor beleidsvorming. De VVD-fractie vindt dat objectieve feiten en metingen moeten leiden tot een eerlijk debat over de toekomst van RTHA, zonder dat een kleine groep onevenredig veel invloed uitoefent.
5. Hoe verklaart het college dat een klein aantal huishoudens verantwoordelijk is voor een groot deel van de meldingen?
6.Welke maatregelen worden genomen om de representativiteit van de klachtenregistratie te waarborgen?
7. Hoe voorkomt het college dat een onevenredig aantal meldingen van een beperkte groep de beleidsvorming rond RTHA beïnvloedt?
8. Welke stappen worden ondernomen om te voorkomen dat geautomatiseerde meldsystemen een vertekend beeld geven van de ervaren overlast?
9. Hoe waarborgt DCMR de betrouwbaarheid en validiteit van de ontvangen meldingen?
10. Overweegt het college om objectieve geluidsmetingen zwaarder te laten wegen dan subjectieve meldingen bij de evaluatie van geluidsoverlast?
