17 februari 2025
Ondernemers dubbel gestraft: minder regels, meer doen
Recreatie en Toerisme
“Ondernemers moeten kunnen ondernemen, niet verdwalen in regeltjes.”
De VVD-Statenfractie van Zuid-Holland staat achter de vele ondernemers die onze provincie rijk is. Wij vinden dat de overheid hen ruimte moet geven en een dienstbare rol moet spelen. Recentelijk is in Brouwersdam een strandtent afgebrand, een vervelende situatie voor de betrokken ondernemer. In plaats van een helpende hand krijgt hij echter een stapel formulieren en maanden vertraging in het herstelproces. Woordvoerder recreatie en toerisme Francine Heijnen: “Deze bureaucratische rompslomp is niet hoe het hoort. Zorg dat de overheid ondernemers ondersteunt in calamiteiten, in plaats van hen te hinderen.”
Laat ondernemers ondernemen
De VVD-fractie benadrukt dat ondernemers moeten kunnen ondernemen, in plaats van te verdwalen in regeltjes. Er zijn schriftelijke vragen ingediend bij het college van Gedeputeerde Staten. Francine Heijnen: “Tijd voor een overheid die helpt, niet hindert!”
Dienstbare overheid
De VVD-fractie gelooft in een overheid die dienstbaar is aan haar inwoners en ondernemers. Wij pleiten voor een cultuur van samenwerking, waarin overheden en ondernemers elkaar versterken in plaats van juridisch tegenwerken. Met een open en constructieve houding kan er een betere balans worden gevonden tussen snelheid en zorgvuldigheid in vergunningsprocedures.
Lees hier onze schriftelijke vragen:
1. Voelt het college mee met de pijn en frustratie van een ondernemer wiens bedrijfspand is afgebrand en nu wordt geconfronteerd met langdurige bureaucratische procedures voor herbouw?
2. Welke rol heeft de provincie Zuid-Holland gespeeld in het proces rondom de vergunningsaanvraag van de herbouw van de strandtent aan de Brouwersdam? Zijn er maatregelen genomen om dit proces te versnellen, zodat de ondernemer het zomerseizoen 2025 kan benutten?
3. Beschikken de omgevingsdiensten in Zuid-Holland over voldoende capaciteit om aanvragen voor herbouw snel en effectief te behandelen? Zo nee, wat wordt er gedaan om dit probleem op te lossen?
4. Hoeveel tijd nemen vergunningsprocedures gemiddeld in beslag voor ondernemers die na calamiteiten hun bedrijf willen heropbouwen? Wordt hier onderscheid gemaakt tussen reguliere aanvragen en aanvragen na calamiteiten?
5. Kan het college uitleggen welke specifieke obstakels er spelen in de huidige situatie rondom de strandtent? Zijn deze obstakels te herleiden naar provinciaal beleid?
6. Wat maakt dat er verschil wordt gemaakt tussen de heropbouw na een calamiteit en de heropbouw van strandtenten die voor de winter worden afgebroken?
7. Het lijkt dat de invloed van de exploitatie van het strandtent op de natuur, die na nieuwbouw onveranderd zal zijn ten opzichte van de situatie voor de brand, nu voor de vertraging zorgt. Wat maakt dat een reeds 20+ jaar bestaande situatie nu voor vertraging zorgt?
8. Wat doet de provincie om ervoor te zorgen dat ondernemers na een calamiteit zoals een brand hun bedrijf snel kunnen herbouwen, zonder daarbij afbreuk te doen aan milieuregels zoals Natura 2000 of stikstofnormen?
9. Ziet het college mogelijkheden om de samenwerking tussen de provincie, omgevingsdiensten en gemeenten te verbeteren om aanvragen zoals deze sneller en efficiënter te behandelen?
10. Is het college bereid om samen met de ondernemer en betrokken instanties in gesprek te gaan om te zoeken naar een oplossing, zodat de strandtent op de Brouwersdam op korte termijn herbouwd kan worden?
11. Bij hoeveel ondernemers spelen vergelijkbare vragen? Welke lessen trekt het college uit deze situatie om soortgelijke vertragingen in de toekomst te voorkomen?
12. Ziet het college kansen om standaardprocedures te optimaliseren, zodat ondernemers die hun bedrijf na een calamiteit willen heropbouwen sneller duidelijkheid en steun krijgen?
